Vaak is handmatig wiedwerk nodig om de laatste onkruiden in de rij te verwijderen. Met name het handwerk vraagt veel arbeid, hoe beter de voorzorgsmaatregelen hoe minder handwerk er over blijft. In de praktijk spreken boeren over zaadonkruiden en wortelonkruiden. Wat zijn de beste strategieën om wortelonkruiden dan wel zaadonkruiden te bestrijden.
Knopkruid en beheersingsmaatregelen

Begin hier
Onkruiden
Beheersing
Het knopkruid (Galinsoga parviflora) is te herkennen aan de onderstaande eigenschappen:
- Kiemrust (vrijwel) afwezig
- Hoog kiempercentage
- Dagneutraal mbt bloei (bloei kan hele jaar)
- Lichtkiemer
- Kieming tot 1 cm diep, maar al bij 0.5 cm zeer sterke teruggang in kieming
- Zaad overleeft 2 – 10 jaar
- Kiemt in elk geval vanaf 10°C; misschien nog lager
De kiemrust van het zaad is snel opgeheven. Kieming ontstaat na een geringe grondbewerking, dus ook bij het schoffelen wordt de kiemrust opgeheven. Daarnaast heeft het zaad licht nodig om tot kieming te komen, grondbewerking in de nacht heeft beperkt effect omdat ook maanlicht voldoende is voor kieming.
Voor beheersing van knopkruid is een combinatie van aanleg vals zaaibed met meerdere mechanische onkruidbestrijding rondes noodzakelijk.
Ook knopkruid is gevoelig voor concurrentie. In combinatie met een om licht concurrerend gewas, krijg het onkruid minder kans om tot ontwikkeling te komen. Ook afdekken met een mulchlaag zorgt voor concurrentie. In verschillende proeven blijkt dat afdekken met een strodek de kieming van het zaad remt. Hoe groter de concurrentie om licht, hoe beter het effect.
Knopkruid (harig) is afkomstig uit Zuid Amerika en groeit goed bij warme omstandigheden. Maar ook bij lagere temperaturen groeit en bloeit het kruid. De korte periode van kieming tot bloei vergroot het risico van uitzaaien sterk. Ook afgesneden knopkruid kan tot zaadvorming overgaan. Het kunstmatig bevriezen van de bovenlaag zal wel effect hebben, maar is nog erg kostbaar. Het zaad overleeft de vrieskou tot -10 graden Celsius.