Sinds de zomer van 2003 zijn er in de biologische kraamafdelingen van Praktijkcentrum Raalte verschillende proeven uitgevoerd om sterfte van pasgeboren biggen te verminderen.
In eerste instantie waren deze op huisvestingsmaatregelen gericht. De afgelopen jaren is de toomgrootte sterk toegenomen. Daarnaast is het uitvalspercentage gestegen. Dat maakt het moeilijk om heldere conclusies uit het onderzoek te trekken. Dankzij goede voeding (conditie), lange zoogperiode en fokkerij werden gemiddeld per toom 15 biggen levend geboren. Normaal gesproken nemen de kansen van biggen af als de toomgrootte toeneemt. Het gemiddelde aantal gespeende biggen in het onderzoek steeg tot bijna 11 dankzij het grote aantal biggen per toom, en ondanks het gestegen uitvalspercentage.